Wet natuurbescherming

Bij ruimtelijke ingrepen kunt u te maken krijgen met de Wet natuurbescherming (Wnb). Deze wet verplicht vooraf te toetsen of ruimtelijke ingrepen geen aanwezige beschermde plant- of diersoorten en groei- of verblijfplaatsen, natuurgebieden (bijv. Natura 2000-gebieden) en/of het Natuurnetwerk Nederland (voorheen: Ecologische Hoofdstructuur) aantasten.  aantasten. Dit traject kan de volgende stappen doorlopen:

  • Natuurtoets
  • Aanvullend ecologisch onderzoek
  • Ontheffingaanvraag
  • Mitigatie en/of compensatie maatregelen
  • Ecologische begeleiding
  • Ecologisch werkprotocol

Natuurtoets

De natuurtoets is een belangrijke eerste stap om zorgvuldig om te gaan met de Wet natuurbescherming. Het is daarom belangrijk om zo’n natuurtoets zo vroeg mogelijk in het proces te laten uitvoeren, zodat onaangename vertragingen voorkomen gaan worden. Een natuurtoets is een onderzoek waarbij onderzocht wordt of in- of rond het plangebied beschermde planten- of diersoorten worden verwacht die mogelijk negatieve effecten kunnen ondervinden van de geplande activiteiten. Daarnaast wordt er ook een inschatting gemaakt of de geplande activeiten negatieve effecten kunnen hebben op natuurgebieden (bijv. Natura 2000-gebieden) of Natuurnetwerk Nederland. Een natuurtoets wordt uitgevoerd door middel van een bureaustudie en een veldonderzoek. De resultaten worden weergegeven in een rapportage. Na afloop van een natuurtoets is het duidelijk of er aanvullend onderzoek noodzakelijk is.

Aanvullend ecologisch onderzoek

Wanneer naar aanleiding van de natuurtoets beschermde soorten verwacht worden of schadelijke effecten op Natura 2000 of NNN-gebieden niet kunnen worden uitgesloten, dan is aanvullend onderzoek noodzakelijk.

Bij aanvullend onderzoek gaan we het veld in en wordt er vaak aan de hand van protocollen uitgebreid onderzoek uitgevoerd. Denk bij aanvullend onderzoek aan bijvoorbeeld onderzoek naar beschermde soorten zoals vleermuizen, gierzwaluw en huismus maar ook kleine marters of amfibieën. Maar denk ook aan onderzoek naar de effecten van stikstofdepositie.  Onze medewerkers hebben een brede soortenkennis en veel ervaring met het uitvoeren van diverse onderzoeken. Mocht er naar aanleiding van aanvullend onderzoek beschermde soorten of natuurwaarden aangetroffen zijn, dan adviseren wij u over het vervolgproces en kunnen wij u hierin begeleiden. Wij kunnen u compleet ontzorgen: van de stikstofberekening t/m de ontheffingsaanvraag Wet Natuurbescherming.

Ontheffingsaanvraag

Na afronding van het aanvullend onderzoek is het duidelijk welke beschermde soorten voorkomen in het plangebied en mogelijk in het geding komen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Als blijkt dat de werkzaamheden een overteding betekenen van de Wet natuurbescherming is het noodzakelijk om bij de desbetreffende Provinvie ontheffing aan te vragen. Wij kunnen de gehele aanvraag voor u verzorgen: van het opstellen van een activiteiten- en compensatieplan tot het daadwerkelijk aanvragen van de ontheffing. Daarbij kunnen wij fungeren als contactpersoon bij aanvullende vragen. U hoeft alleen maar te wachten op het besluit van de Provincie.

Mitigatie en/of compensatie maatregelen

In de ontheffing Wnb kan geëist worden dat er mitigerende- en/of compenserende maatregelen uitgevoerd moeten worden ten gunste van de aangetroffen beschermde natuurwaarden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het plaatsen van verblijfplaatsen in de vorm van nest- of vleermuiskasten. NatuurInclusief kan u daarin adviseren en onze business unit Faunus Nature Creations kan u helpen met de daadwerkelijke uitvoering van de maatregelen.

Ecologische begeleiding

In het kader van de ontheffing Wnb is ecologische begeleiding vaak een vereiste bij ruimtelijke ontwikkelingen. Iedereen in Nederland is namelijk verplicht om t.a.v. flora en fauna zorgvuldig te handelen.

Zorgplicht

Voor alle soorten geldt de zorgplicht. De bescherming van soorten gaat uit van de intrinsieke waarde van alle dieren en planten. Daar moet zorgvuldig mee omgaan worden. Daarom is de zorgplicht in artikel 1.11 van de Wnb opgenomen. De zorgplicht houdt in dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten en hun leefomgeving en voor Natura 2000-gebieden. Voorkomen, beperken en ongedaan maken zijn hierbij sleutelwoorden.

Wij zorgen ervoor dat er bij een project zorgvuldig gehandeld wordt en waneer er een ontheffing van de Wet natuurbesecherming is dat de ecologische voorwaarden uit deze ontheffing worden nageleefd en juist worden geïmplementeerd. Een ecologisch werkprotocol is vaak een belangrijk onderdeel van deze begeleiding. Maar ook een broedvogelcontrole of het ongeschikt maken van een gebouw voor vleermuizen of vogels kan hier onderdeel van zijn.

Ecologische begeleiding voorkomt problemen met natuurwetgeving en zorgt ervoor dat de intiatiefnemer niet onnodig vertraagd wordt door aanwezige beschermde natuurwaarden.

Ecologisch werkprotocol

Het ecologisch werkprotocol wordt opgesteld om zorg te dragen voor een goede implementatie van de voorwaarden van de ontheffing Wet natuurbescherming en om voldoende zorgplichtig te werken. Het werkprotocol is een document waarin beschreven staat waar en wanneer welke werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden en onder welke voorwaarden. Tevens wordt er aangegeven welke maatregelen uitgevoerd dienen te worden.

Dit document zorgt ervoor dat de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met zo min mogelijk belemmering voor de aanwezige beschermde diersoorten. In het kader van de Wet natuurbescherming eist bevoegd gezag vaak dat dit document op locatie aanwezig is.

Heeft u interesse in advies in het kader van de Wnb? Neem gerust contact met ons op.